10 VEELGEMAAKTE FOUTEN BIJ FILMMONTAGE EN VIDEOMONTAGE

Hieronder een reeks veelgemaakte fouten bij de montage van televisieprogramma’s, YouTube-films, bedrijfsfilms, instructievideo’s, thuisfilms.
1. Gebrek aan verbeelding
Pas op voor saaie, voorspelbare verhalen waarbij het beeld slechts illustreert wat met woorden wordt verteld (‘Praatje, plaatje’). Koester het motto: ‘Niet praten, maar tonen’. Onderzoek hoe je beeldend kunt vertellen.
2. Niet fijnsnijden
De ruwe montage is de eindversie. Er was te weinig tijd en geld om de montage nog te vervolmaken. Het verhaal loopt nog niet soepel. Op een aantal plekken is het rommelig en onbegrijpelijk. De structuur en het ritme schieten tekort. Er zijn herhalingen en overbodige bijzinnen. Er was geen tijd om andere dingen uit te proberen. Maar kwaliteit heeft tijd nodig. Neem geen genoegen met een halfslachtig eindproduct. Volharding en liefde voor het vak zijn onontbeerlijk.
3. Een slechte geluidsmixage
Door de onevenwichtige menging van spraak, achtergrondgeluiden en muziek worden gesprekken onverstaanbaar. Het achtergrondgeluid is te hard opgenomen of gemixt. Ook de muziek tijdens spraak is vaak te hard. Dat is bijzonder irritant voor de toeschouwer. Noodzakelijke informatie gaat verloren. Vooral oudere mensen hebben daar last van. Er wordt frequent bezuinigd op geluidsopname en geluidsnabewerking. Ten onrechte want slecht geluid is irritanter dan slecht beeld.
4. Gebrekkige selectie
Overdaad schaadt. Te veel informatie ineens kan de toeschouwer niet verwerken (cijfers, data, namen, lange zinnen, overbodige uitweidingen, ingewikkelde begrippen die niet worden verklaard). In een bericht van dertig seconden krijgen we een bombardement van feiten over ons heen gestort. De standaardreeks wie, wat, waar, wanneer, hoe en waarom wordt in enkele volgepakte zinnen afgewerkt.
Een gebrekkige selectie kan ook veroorzaakt worden door een tekort aan informatie (hiaten, onduidelijkheden). Zoek naar het evenwicht.
5. van beeld en geluid
Wat je ziet en wat je hoort, komen niet met elkaar overeen. De kijker zoekt de relatie tussen de beelden en de tekst van de spreker. Als beeld en geluid ver uit elkaar gaan, zoals de benen in een spagaat, wordt de informatie niet opgenomen. De toeschouwer raakt de draad van het verhaal kwijt. De boodschap wordt niet ontvangen. Beeld en geluid moeten elkaar juist ondersteunen en versterken.
6. Herhalen wat bekend is
Programmamakers, en dan vooral de journalisten onder hen, denken dat wij het niet begrijpen, dat wij de feiten niet kunnen onthouden. En daarom herhalen ze voortdurend. De presentator kondigt aan wat de geïnterviewde gaat zeggen en na het gesprek herhaalt de verslaggever letterlijk wat er gezegd is. Want de kijker luistert niet. Dat doet hij namelijk nooit. Hij is met allerlei dingen bezig. Daarom is veel herhaling “absoluut noodzakelijk”. En daarom zet de geïrriteerde kijker de tv uit.
7. Geen rustpauzes
Als er weinig variatie in ritme is wordt het al snel saai. Vertraging en versnelling zijn nodig om de kijker geboeid te houden. Korte pauzes met weinig geluid zijn nodig om daarna weer te kunnen knallen.
8. Storende muziek
Overdadige muziek die de toeschouwer te nadrukkelijk probeert te beïnvloeden. Muziek die niet past in de tijd of bij de cultuur van het filmverhaal. Muziek met een ritme dat niet past bij de handelingen in beeld. Ook te veel muziek wekt irritatie op. Het verhaal totaal dichtsmeren met muziek is een teken van zwakte. Meestal is muziek tijdens spraak overbodig. Als in een documentaire het gesprek zo oninteressant is dat je muziek wilt toevoegen, dan kun je het gesprek beter flink inkorten. En wil je in een speelfilm muziek toevoegen tijdens dialogen? Als die werkelijk zo saai zijn had je beter een goede dialoogschrijver kunnen inhuren.
9. Verkeerde beeldverhoudingen
Archiefbeelden en foto’s zijn in de breedte opgerekt. Personen hebben extra brede schouders. Auto’s hebben ovale wielen. Dit gebrek aan kennis bij regisseurs en editors is vrijwel dagelijks op tv te zien.
10. Een lelijke staart
De laatste letter van een spreker is afgekapt, de uitklank is niet hoorbaar, galm wordt afgekapt (gebeurt vooral in ruimtes met een lange nagalm, zoals kerken), het achtergrondgeluid valt ineens weg, de persoon in beeld begint nog net aan een nieuwe handeling. De lelijke staart is het gevolg van haastige, nonchalante of onkundige montage. Zie mijn eerdere blog FILMS MONTEREN - WAAR MOET JE KNIPPEN?
Bovengenoemde fouten zijn helaas dikwijls het gevolg van onvoldoende opleiding. Zenders en omroepen bezuinigen op bijscholing en op workshops waarin voltooide programma’s geanalyseerd worden. Ook makers van korte films beheersen vaak de filmtaal niet en hebben te weinig kennis van de mogelijke verteltechnieken. Zij moeten zelf het wiel uitvinden. MEOP biedt korte cursussen om dat te verhelpen.